Sybren Polet
In Tussen de zwarte en de witte pagina wordt de voorgeschiedenis in kaart gebracht van wat later ‘het moderne proza’ is genoemd. Deze studie, de eerste in haar soort, gaat ervan uit dat er in de prozaliteratuur twee stromingen te onderscheiden zijn, elk met een eigen traditie: de ene volgt de meer beproefde methoden, geijkte vormen, de ander is meer tegendraads, vernieuwend.
Voor velen zal het verrassend zijn te moeten constateren hoe ver ‘de andere traditie’ terugreikt, in feite tot de klassieke oudheid, wat wil zeggen vrij spoedig na het ontstaan van het verhalende proza en zelfs van het beschouwende.
Polet schetst op heldere wijze de ontwikkeling van ‘het andere proza’ tot 1922, het publicatiejaar van onder andere Ulysses. Naast grote, nog steeds invloedrijke namen, als Rabelais, Montaigne, Cervantes, Sterne, Melville, Multatuli, Flaubert, Joyce etc., passeren ook enkele onbekendere namen de revue. Aan de meesten wordt een apart hoofdstuk gewijd. Tussen de zwarte en de witte pagina is essayistisch geschreven en leest als een roman. Een must voor elke literatuurliefhebber.
Lucianus; Rabelais; Montaigne; Cervantes; Sterne; Melville; Diderot; Novalis; Schlegel; Pound; Roussel; Einstein; Jean Paul; Lautréamont; De Maistre; Nodier; Bonaventura; Huysmans; Whitman; Dostojewski; Multatuli; Flaubert; Mallarmé; Jarry; Rilke; Gide; Valéry; Stein; Bjelyj; Zamjatin; Breton; Pilnjak; Cendrars; Joyce
Bij IJzer verscheen eveneens van Sybren Polet De dag na de vorige dag