De boeken voor het voorjaar staan op stapel.
De meeste titels zullen april/mei verschijnen. Een enkeling wat later of wat vroeger.
Waar mag u zich op verheugen.
Ten eerste de hele kosmos van Bernhard in vier verhalen: Goethe schterft. Tijdens het leven van Bernhard kwam de boekpublicatie van deze verhalen niet tot stand: hij was te zeer in beslag genomen door zijn grote roman Uitwissing en door het toneelstuk Heldenplatz en het schandaal dat dit veroorzaakte. In Goethe sterft zijn de vier verhalen voor het eerst samengebracht in één bundel, overeenkomstig de wens van de auteur. De verhalen tonen de afstandelijke meester van tragische momenten en komische situaties die op het hoogtepunt van zijn kunst motieven en structuren van zijn complete werken ontvouwt en ze overdrijft en ironiseert.
La Main coupée (De afgehakte hand) is een autobiografisch werk van Blaise Cendrars. Cendrars haalt herinneringen op en vertelt over zijn ervaringen in de Eerste Wereldoorlog. Cendrars, van Zwitserse nationaliteit, meldde zich als buitenlandse vrijwilliger in het Franse leger. Op 28 september 1915 verloor hij zijn rechterhand in het bloedige offensief in Champagne. Deze tragedie zal veel van zijn verhalen beïnvloeden. In dit boek, dat bestaat uit een serie portretten en herinneringen, brengt hij een eerbetoon aan alle mannen die samen met hem deze oorlog hebben meegemaakt, waarbij hij het meest gruwelijke, oorlog, veranderde in een menselijk avontuur en een les in vriendschap.
En, het kon niet uitblijven, na drie vertalingen, waaronder Weils hoofdwerk Verworteling, Over oorlog en Waar strijden wij voor? nu een boek over Simone Weil: Simone Weil Wat zij nalaat voor een seculiere wereld van de vertaler Jan Mulock Houwer. Helder en duidelijk legt Mulock Houwer uit waar Weil voor stond en hoe haar grillige leven, en daarmee haar denken, verliep.
Standbeelden zijn weer helemaal terug in de belangstelling. Vooral als we kijken naar de heftige reacties tegen koloniale beelden en de nieuwe stroom aan herdenkingsmonumenten. Met voorbeelden uit vier eeuwen en vier continenten geeft Meer dan een beeld van Ton Quik voor het eerst in het Nederlands taalgebied een portret van het proces van komen en gaan van de beelden op straten en pleinen. Is een beeld nog altijd méér dan een beeld alleen?
Symbool van tweedracht over Het Belgenmonument en het Belgisch-Nederlands conflict 1914-1938 van Hans Zijlstra staat in de planning voor juni. Het draait om de gespannen verhouding tussen Nederland en België tussen 1914 en 1938. Centraal staat het Belgenmonument: een monument gebouwd door Belgische militairen die tijdens de Eerste Wereldoorlog in Nederland verbleven. Het door Huib Hoste ontworpen bouwwerk zou uiteindelijk pas in 1938 onthuld worden. In de tussenliggende jaren hadden Nederland en België het met elkaar aan de stok over landbezit en toegang tot de haven van Antwerpen.
De eerste integrale, tweetalige uitgave van Het getijdenboek (Das Stunden-Buch) van Rainer Maria Rilke in de vertaling van Gerard Kessels, ruim honderd jaar na verschijnen in 1905. Het geldt als de eerste belangrijke bundel van Rainer Maria Rilke (1875-1926), bestaande uit drie delen die in 1899, 1901 en 1903 ontstonden. Het is een gebedenboek, een spirituele (zoek)tocht en een opgave. Het getijdenboek heeft Etty Hillesum en Lucebert geïnspireerd.
En, natuurlijk, Stefan Zweig. Tweemaal! Driemaal eigenlijk. Want in januari verschijnt Tolstoj, en in mei Dostojevski en in juli/augustus Castellio tegen Calvijn. Afgelopen november verscheen Licht in het duister (Sternstunden der Menschheit). Tsja, we kunnen er veel woorden aan wijden. Gewoon lezen! Dompel u onder! U zult er geen spijt van krijgen.
Stefan Zweigs Tolstoj. Een, naar onze mening, biografisch meesterwerk. Zweig richt zich tot Tolstoj, de Russische reus met de doordringende ogen. De reus die het leven wist te schrijven en te beschrijven als geen ander. Zweig concentreert zich vooral op de morele crisis die deze weergaloze kunstenaar ertoe bracht zijn werk en kunst te verloochenen. “Dertig jaar, van zijn twintigste tot zijn vijftigste, leidde Tolstoj een scheppend bestaan, zorgeloos en vrij. Dertig jaar, van zijn vijftigste tot het einde, leeft hij alleen nog om inzicht in de zin van het leven te krijgen, worstelend met het onbegrijpelijke, geketend aan het onbereikbare. Hij had het gemakkelijk, totdat hij zichzelf de onmetelijke opgave stelde: niet alleen zichzelf maar de gehele mensheid te redden met zijn worsteling rond de waarheid. Dat hij eraan begon, maakt hem tot een held, tot een heilige bijna. Dat hij het onderspit delfde, maakt hem tot de menselijkste aller mensen.”
Dostojevski Zweigs inzichten over Dostojevski zijn gebaseerd op intensieve studie van Dostojevski’s biografie en geschriften, een preoccupatie die voor Stefan Zweig al voor de Eerste Wereldoorlog begon, in een tijd waarin Dostojevski’s boeken in heel West-Europa op grote schaal werden gepubliceerd en besproken. "Als een ononderbroken getijdenstroom, nu eens heet, dan weer koud, maar nooit lauw, doorbloedt zijn passie het leven alsof we het einde der tijden meemaken, opgezweepte gevoelens jagen bij hem van de ene naar de andere plek vol onrust. Nooit kom je bij een roman van Dostojevski tot rust, kom je in dat aangename, muzikale ritme van het lezen, nooit kom je even op adem, voortdurend schrik je overeind alsof je een elektrische schok krijgt, na iedere bladzij onrustiger, maar brandend nieuwsgierig naar wat komen gaat. Dat maakt Dostojevski voor altijd als schrijver uniek, en je zou hem tekortdoen door zijn manier van schrijven als een ambacht, als ‘techniek’ te bestempelen, want zijn kunst heeft alles te maken met zijn eigen persoonlijkheid, komt rechtstreeks voort uit de brandende gespletenheid in het diepst van zijn gevoelsleven. Zijn wereld is er een van evidente waarheid en mysterie, een wereld waarin een profetische kijk op de werkelijkheid samengaat met wetenschappelijke kennis en magie."
Castellio tegen Calvijn De Franse humanist Sebastian Castellio verzet zich tegen de despotische hervormer Johannes Calvijn en kiest de kant van de Spaanse arts Michael Servet, die beschuldigd wordt van godslastering. Nadat het vonnis is voltrokken, lijkt de strijd beslist en de aanspraak op tolerantie eindelijk ondergeschikt aan Calvijns theologisch-politieke eis. Maar Castellio zet de schijnbaar hopeloze strijd voort, met al zijn kracht. Castellio tegen Calvijn laat vlijmscherp zien hoe een democratische staatsvorm over kan gaan in een autocratische. Door de gebeurtenissen in het calvinistische Genève van de 16e eeuw te beschrijven, vertelt Zweig op ongeëvenaarde wijze hoe totalitaire systemen ontstaan en zich vervolgens handhaven.