Rainer Maria Rilke
Een integrale, tweetalige uitgave van Nieuwe gedichten en Nieuwe gedichten het andere deel, ruim honderd jaar na het verschijnen in 1907 en 1908.
Rilke gaf de dichtbundels het predicaat ‘nieuw’ en daarmee bedoelde hij vooral een vernieuwing ten opzichte van zijn eigen poëzie. Rilke wilde geen ‘gebeden’ meer zoals in Het getijdenboek en ook geen impressionistische schetsen van stemmingen zoals hier en daar nog in het Buch der Bilder. Nu richt hij zich tot de wereld van de dingen, aanvankelijk geïnspireerd door de beeldhouwer Rodin en later door de schilder Cézanne. Door middel van gevoelige zintuiglijke waarneming, het Schauen, probeert hij de essentie van ‘de dingen’ te doorgronden. Dingen die ervaringen dragen en uitlokken zet hij om in nieuwe poëtische taal, o.a. door middel van talloze vergelijkingen en metaforen. En ‘dingen’ vat hij breed op: de gedichten zijn geïnspireerd door (Bijbelse) geschiedenis, mythologie, schilderijen, mensen, steden, dieren en natuur.
De bundels worden beschouwd als een belangrijk werk binnen de Duitse literatuur van de vroege 20e eeuw, hebben een blijvende invloed gehad op latere generaties dichters en worden nog steeds gewaardeerd om hun lyrische schoonheid en diepgang.
Gerard Kessels (1951), opgegroeid met de Duitse en de klassieke talen, verbonden aan het Poëziecentrum Nederland, kwam vanaf 2010 in contact met Rilke. Vanaf 2018 vertaalt hij de poëzie van Rilke.
Eerder verscheen van zijn hand de vertaling van Das Stunden-Buch Het getijdenboek, Das Buch der Bilder Het boek der beelden en, zeer binnenkort, De sonnetten aan Orpheus.
Van Rilke verscheen bij IJzer: