Atze van Wieren
Zoeken naar zin en betekenis van mens-zijn in een eeuwig onafzienbaar heelal kenmerkt de poëzie van Atze van Wieren.
Net als in zijn vorige bundel Eeuwig leven (2017) zijn de gedichten neerslag van een rusteloos zoeken naar wat er in zijn beleving werkelijk toe doet. De verzen zijn het alledaags geneuzel voorbij, maar verliezen zich niet in de treurnis van een leeg niets.
De gedichten zijn vensters op verten, waarop wij nu nog geen duidelijk zicht hebben. Er klinkt verlangen in door naar het openen van het gordijn, waarachter het mysterie van ons bestaan zich schuilhoudt en het menen te zien, soms, van een afschaduwing daarvan.
Atze van Wieren heeft zijn sporen verdiend met de bundels Grondstof, Bedevaart en Eeuwig leven, die bepaald niet onopgemerkt zijn gebleven. Gedichten daaruit verschenen in bloemlezingen en tijdschriften.
In 2006 verscheen zijn vertaling van de Duineser Elegien, de filosofische gedichtencyclus van Rainer Maria Rilke, beschouwd als een van de literaire hoofdwerken uit de 20e eeuw, onder de titel De Elegieën van Duino, een prestatie van formaat en lovend ontvangen. In 2018 verscheen hiervan een 2e druk. Ook draagt Van Wieren op een eveneens bij Uitgeverij IJzer verkrijgbare cd het werk zelf voor.
Van Atze van Wieren verscheen eerder bij IJzer: Grondstof, Bedevaart en Eeuwig leven.
Paperback
Verschijnt april 2021