Paul Postmes, Marco Oteman, Thies van der Linde
Dit boek gaat dieper in op systemen en processen in organisaties zoals beschreven in Inleiding organisatiekunde van Loek ten Berge en Marco Oteman. Door aan de slag te gaan met theorie en oefeningen komen studenten en andere geïnteresseerden tot een beter begrip en makkelijker toepassing van systemen en processen in een organisatie.
Organisatieprocessen en -systemen worden in HBO-curricula onderschat in vergelijking met de grote belangstelling in het bedrijfsleven. Dit boek biedt een praktische verdieping om in deze behoefte te voorzien. Met name economische studierichtingen op HBO- en WO-niveau in de propedeusefase kunnen dit boek gebruiken. Ook als kennismaking met processen en systemen bij studierichtingen die een minder economische of bedrijfskundige focus kennen, kan dit boek een rol spelen.
Drs. Paul Postmes is werkzaam als hogeschool docent aan de Hogeschool Utrecht. Hij verzorgt lessen bedrijfskunde, inkoopmanagement en onderzoek. Daarnaast is hij praktijkcoördinator voor de opleiding Logistiek en Economie.
Drs. Marco Oteman is onderzoeker/hogeschool docent aan de Hogeschool Utrecht en zelfstandig adviseur. Hij doceert en is adviseur op het gebied van bedrijfskunde, ethiek en duurzaamheid.
Drs. Thies van der Linde is werkzaam als hogeschool docent aan de Hogeschool Utrecht. Hij verzorgt lessen op het gebied van bedrijfskunde, innovatie- en risicomanagement. Tevens is hij praktijkcoördinator voor de opleiding Business Management.
This book is also available in an English version
Voorwoord
Dit boek is geschreven als vervolg op het boek van Loek ten Berge en Marco Oteman Inleiding organisatiekunde. We gaan met name dieper in op systemen en processen in organisaties. De bedoeling is dat studenten en andere geïnteresseerden tot een beter begrip en makkelijker toepassing komen van systemen en processen in een organisatie. Dit zullen zij bereiken door aan de slag te gaan met theorie, oefeningen en zoektochten binnen het kader van organisatieprocessen.
Organisatieprocessen en -systemen worden in HBO-curricula onderschat in vergelijking met de grote belangstelling in het bedrijfsleven. Het boek biedt een praktische verdieping voor met name economische studierichtingen op HBO- en WO-niveau in de propedeusefase, of in latere fasen als kennismaking met processen en systemen bij studierichtingen die een minder economische of bedrijfskundige focus kennen.
Didactische aanpak: het boek beslaat zeven hoofdstukken, die samen een geheel vormen rond organisatieprocessen en -systemen. Elk hoofdstuk is opgebouwd uit vijf onderdelen:
- een inleiding, cursief gedrukt, waarin de stof van dat hoofdstuk wordt verantwoord;
- leerdoelen die na afsluiting van het hoofdstuk bereikt worden;
- kernbegrippen in een mindmap als samenvatting én studiewijzer van het hoofdstuk;
- casuïstiek die deels doorloopt in volgende hoofdstukken. Elk hoofdstuk bestaat uit ca. 20 pagina’s en een aansluitende oefening plus een aantal vragen zodat de lezer de kans krijgt zichzelf te trainen;
- een samenvatting met een opmaat waardoor de hoofdstukken met elkaar verbonden worden.
De keuze van de kernbegrippen is gericht op het herkennen van situaties (dus diagnostisch) én is gericht op het (kunnen) verbeteren van processen, dus optimaliserend zodat de student een behandelplan kan opzetten. Je treft ze nogmaals in een apart hoofdstuk na hoofdstuk 7 en twee running cases. Competenties die voortdurend aan de basis staan van theorie, oefeningen, vragen en casuïstiek zijn de volgende (2011):
1. Het kunnen analyseren van activiteiten en processen
2. Het schematisch kunnen weergeven van processen
3. Het kunnen herkennen van basisbegrippen van het vakgebied organisatiekunde
4. Het kunnen optimaliseren van processen
5. Het kunnen meten en beheersen van processen