Guido Eekhaut
Waarheid en werkelijkheid lijken elkaar overlappende begrippen, maar zijn dat niet. Er bestaat immers een aanzienlijke kloof tussen de werkelijkheid zoals wij die waarnemen en zoals die ons gepresenteerd wordt – in het bijzonder door de media – en de waarheid, waarvan de waarneming ons voortdurend bemoeilijkt wordt, of die wij uit luiheid, ijdelheid of domheid niet willen waarnemen.
De waarheid is niet waarneembaar. Haar zoeken en vinden vraagt om het gebruik van de pure Rede. Deze Rede werd echter in de postmoderne tijd van de late twintigste eeuw te slapen gelegd. Zij mag, wanneer de machthebbers hun zin krijgen, voorgoed blijven slapen. Want wie de Rede gebruikt en hooghoudt is doorgaans een kritische burger, en machthebbers houden niet van kritische burgers.
Indien onze wereld in alle opzichten een postmoderne wereld is, dan is hij tevens een wereld van de werkelijkheid geworden. Hij teert op de eindeloos uitgeoefende economische macht, op de politieke waan.
De échte wereld daarentegen is deze van de moderniteit, een filosofisch project met oorsprong zowel in de Renaissance als in de Verlichting. Dit project legt de nadruk op de Rede, legt de nadruk op het diepe nadenken over de werkelijkheid en, impliciet, het niet kritiekloos aanvaarden van wat gangbaar is of geacht wordt te zijn vanuit de grote publieke consensus.
Tegen de versluiering van de Rede, in de handen van het postmoderne denken, keert dit boek zich.