Joan ter Maten
Hoofdbrekens en Kopzorgen, een burleske is een roman in verzen, waarin het verhaal wordt verteld van de verknipte Nederlandse wetenschapper N., die door de beeldschone Duitse Sophie von Dopp ertoe verleid wordt in een clandestien laboratorium in Beieren te gaan werken alwaar andere door de officiële wetenschap verstoten neurowetenschappers hun experimenten uitvoeren. Zo ontmoet de lezer onder anderen de beruchte dr. Kwakkiboe, zijn rivaal dr. Prock en de voortvluchtige Chinese invries- en ontdooispecialist Ha Hung Ho. De lotgevallen van deze heren, die duidelijk navolgers zijn van dr. Frankenstein, worden afgewisseld door die van een verlegen Tweede-Kamerlid, wiens droevig lot het is naar het lab te worden gelokt, en die van een jazz-pianist die een ongelukkige liefdesgeschiedenis beleeft met een lieftallig vleeswarenverkoopstertje dat het tot beroemd model zal schoppen. Maar het meest aandoenlijke personage is waarschijnlijk toch Chris/Christien, een man, wiens wat traag verlopende transformatie tot vrouw hem de nodige kopzorgen bezorgt.
De versvorm in Hoofdbrekens en Kopzorgen is de van oorsprong Italiaanse ottava rima (een achtregelige strofe in vijfvoetige jamben, met het rijmschema abababcc), gebezigd door een keur van dichters zoals de Italiaanse dichter Ariosto, die hem gebruikte voor het epische gedicht Orlando furioso (1516), en die drie eeuwen later aangewend zou worden door Byron in Beppo en Don Juan en door Keats in Isabella.
Een roman in verzen.
Van Joan ter Maten verscheen eveneens bij IJzer Profiel zoekt liefde
