Max Rouquette
Max Rouquette (1908-2005) heeft tot geluk van de Occitaanse gemeenschap een lang leven gehad. Voor “het brood op de plank” koos hij het beroep van arts, geïnspireerd door een voorvader die dit beroep uitoefende op de Larzac, causse of hoogvlakte tegen de Cevennen aan, waar het ruwe bestaan doet denken aan het begin van de menselijke strijd tot overleven.
Argelliers, de geboorteplaats van Max Rouquette, ten noord-westen van Montpellier, werd in het begin van de vorige eeuw nog bevolkt door de nazaten van deze overlevers. Zij spraken nog de oude taal en het is díe band die Max Rouquette heeft geleid tot zijn tweede beroep: dat van dichter en schrijver. Hij bereikte de leeftijd van bijna 97 jaar en heeft de hem toegemeten tijd gebruikt om de Occitaanse taal in de publiciteit te brengen door het schrijven van proza, poëzie en theater. In 2008, bij de herdenking van zijn 100ste geboortejaar, zal hij, die beschouwd wordt als de belangrijkste vertolker van die Zuid-Franse (geschreven) taal, geëerd worden op diverse locaties in zijn geboortestreek, de Languedoc, met vertolking van zijn werk op verscheidene wijze. Daarin past dus ook de uitgave van deze in het Nederlands vertaalde dichtbundel.
Het werk van Max Rouquette heeft internationaal de aandacht getrokken door vertaling van zijn proza (verhalen) in het Engels (de Verenigde Staten), Duits, Nederlands en Catalaans; van zijn poëzie door een bundel in het Catalaans en thans ook in het Nederlands. Poëzie vertolkte voor Max Rouquette vóór alles de muziek in de klanken van zijn taal. Hij stond dan ook sceptisch tegenover de mogelijkheid om van het Occitaans een poëtische weergave in een vreemde taal te geven. Van de vertaler werd dus wel een bijzondere prestatie verwacht. De Catalaanse vertaling heeft hij nog wel kunnen beoordelen (2002). Daar tegenover staat dat de gedichten van Max Rouquette de grote rijkdom van zijn gedachte- en gevoelswereld behelzen. Een unieke persoonlijkheid vertaalt zich in zijn werk; een veelvoud aan thema’s, als cosmische eenheid tussen mens en natuur; tegenstelling tussen licht en duisternis; nostalgie en vergetelheid; de dubbele persoon in de mens; schoonheid en vergankelijkheid; de vage of onvindbare god. En dit alles vaak uitgedrukt met een regen van metaforen in een toch heldere stijl.
Uit de 154 gedichten die in diverse bundels in het Occitaans zijn uitgegeven, is voor deze Nederlandse vertaling een keuze gemaakt, die ernaar streeft om de veelzijdigheid en schoonheid van de poëzie van Max Rouquette zoveel mogelijk tot zijn recht te laten komen.
Uit het Occitaans vertaald en van een nawoord voorzien door Tanneke Ubbink