Een kritische rondgang door het exclusieve resort van de menselijke existentie
Een wijsgerig-antropologische studie
Ben Jongbloed
Elk individu staat in wezen geheel op zichzelf. Geen twee personen delen dezelfde ervaringen, leggen dezelfde systemen van abstracta en universalia aan en produceren dezelfde voorstellingen - nog gezwegen over de houdingen die deze oproepen. Een gemeenschappelijke taal kan daar geen veranderingen in aanbrengen, want taal is als tekensysteem niet bij machte zelf betekenis te dragen, ze is een betekenisloos transportmiddel.
Het intrigerende is nu dat we dit allemaal niet als zodanig ervaren. We zijn er zelfs van overtuigd dat dit niet zo is.
In een strak en consequent opgebouwd betoog laat de auteur ons de existentiële noodzaak van deze ervaring en overtuiging zien. Aan de basis ervan staat de door en door menselijke potentie van semiosis, de opdracht onszelf in een betekenisvol verband te zien met onze werkelijkheid, dus ook met de andere individuen die daar deel van uitmaken. Wat ‘neutrale’ analyses als het ware laten liggen moet semiosis goedmaken. Een grondige uitwerking van deze oppositie vormt dan ook de hoofdlijn van dit werk.
Ben Jongbloed (1942) had zich al jaren in de (theoretische) filosofie verdiept alvorens hij All Inclusive schreef. Hierin zoekt hij vanuit het grensgebied tussen academische en niet-academische filosofie naar fundamenten van menselijke existentie te midden van een verder materiële werkelijkheid. De gekozen uitgangspositie blijkt daarvoor alleszins vruchtbaar te zijn.