Raymond Queneau
Allerprachtigste roman. (de Volkskrant)
Een van de beroemdste en vermakelijkste romans van Raymond Queneau. (Italo Calvino)
Dromers zijn dik gezaaid bij Queneau. In De droomheld maken we kennis met Jacques l'Aumône, die als kind al blijkt geeft van veel talent voor dagdromerij. Elk gesprek, elke alinea, elke filmscène zet hij direct om in een nieuw hoofdstuk voor zijn doorlopende toekomstige autobiografie.
Zo ziet hij zichzelf bijvoorbeeld als bankier, als paus, als bokser, als cowboy, als kapitein in het Hollandse leger - of als een stukje zeep dat oplost in water. Dat laatste wordt op den duur zijn wezenlijkste droom: oplossen, verdwijnen, niet-zijn. Jacques cijfert zich weg, gedraagt zich als een heilige en gaat zijn brood verdienen als een eenvoudige figurant bij de film. Maar hij klimt op, wordt daarbij tegelijk beroemder en platter, totdat hij zijn eigen leven op het witte doek kan naspelen. Een curieuzer truc dan die van Alice en haar spiegel: als hij zijn eigen leven speelt wordt Jacques definitief tweedimensionaal.
De droomheld, de Nederlandse vertaling van Loin de Rueil, is een roman die zich ontrolt als een film. Een komedie met drie soorten tranen: gedroomde, echte, en van glycerine.
Soms, vooral wanneer ik weer een of ander nieuw aspect aan hem heb ontdekt, word ik overvallen door de gedachte dat Queneau de incarnatie is van de Ideale Schrijver, degene die `alles heeft’, die alle gewenste eigenschappen in zich verenigt. In de eerste plaats gevoel voor humor. (…) Zijn humor is oorspronkelijk en verrassend - vrolijk als Rabelais maar tegelijk droog en verlegen, herinnerend aan Laurence Stern of Stan Laurel. (…) De betekenis van Queneau voor de Franse literatuur is groot en vergelijkbaar met die van Céline. (Rudy Kousbroek)
Oorspronkelijke titel: Loin de Reuil
Uit het Frans vertaald en van een nawoord voorzien door Jan Pieter van der Sterre.
Van Raymond Queneau verscheen eveneens bij IJzer Dagboek van Sally & De zondag des levens & Een barre winter