Siegfried Sassoon
Zij die in de toekomst werkelijk de sfeer en de levensomstandigheden van 1916 en '17 willen leren kennen, zullen telkens weer naar dit boek teruggrijpen. (Daily Telegraph)
Koelbloedig, eenvoudig, humoristisch en prachtig in balans. (Harold Nicolson over Sherstons reis, Daily Telegraph)
In Memoires van een infanterieofficier en Sherstons reis (respectievelijk verschenen in 1930 en 1936, en hier in één band verzameld) vertelt Sassoon op onopgesmukte en oprechte wijze over zijn ervaringen in de eerste wereldoorlog. Het boek begint in de lente van 1916. Bombardementen, granaatinslagen en de geur van modder en gas domineren. Sassoon maakt deel uit van een stormaanval en vecht mee in de slag bij de Somme. Na een dwaze actie - in z'n eentje verovert hij een loopgraaf op de Duitsers - wordt hij tussen de schouders geraakt door een kogel die zijn lichaam aan de andere kant weer verlaat. Op de terugweg naar huis schrijft hij in z'n dagboek: ‘Ik voel me nog steeds oorlogszuchtig en bereid binnen enkele weken terug te gaan naar het bataljon.' Maar eenmaal terug in Engeland verandert zijn inzicht van volledige acceptatie van de oorlog in twijfel over de noodzaak van deze eindeloze slachtpartij. Hij stelt, na de nodige overpeinzingen en een gesprek met Bertrand Russell, een verklaring van openlijke ongehoorzaamheid aan het militair gezag op. Sassoon komt voor de krijgsraad vanwege zijn protest tegen voortzetting van de oorlog en zijn aanklacht tegen ‘de mensen thuis’. Tot zijn eigen verbazing wordt hij niet veroordeeld, maar naar een shellshock-ziekenhuis gestuurd, waar zijn arts en vertrouwensman Rivers zijn toestand diagnosticeert als een ‘anti-oorlogscomplex’. Dan volgt een 'reis' naar het einde van de oorlog.
Oorspronkelijke titel: Memoirs of an infantry officer & Sherston's progress (hier in één band verzameld)
Uit het Engels vertaald door Fritz Boeringa
Zie ook Siegfried Sassoon Memoires van een man die op vossen jaagde