dundrukeditie
Witold Gombrowicz
Een van de grootste Poolse schrijvers van de 20ste eeuw, verzameld in een dundrukeditie van bijna 1000 pagina’s in de veelgeprezen vertaling van Paul Beers. Voor deze editie zijn alle vertalingen door Paul Beers waar noodzakelijk herzien.
De eerste druk was in een gebonden en gelimiteerde oplage van 511 genummerde exemplaren. De tweede editie is wederom gebonden, wederom een dundrukeditie, echter dit keer niet genummerd.
‘Gombrowicz schrijft onherhaalbare romans. Het spreekt dus bijna vanzelf dat het een verademing is ze te lezen, ook als men er niet compleet door veroverd wordt.’ - Elisabeth de Roos in Het Parool, 2 februari 1963
‘Ik ben ervan overtuigd dat men in Gombrowicz met een groot schrijver te doen heeft, een auteur die een proza schrijft van een zeldzame geladenheid, die geen woord ijdel gebruikt maar aan elk maximale kracht tracht te onttrekken.’ – Kees Fens in De Tijd-Maasbode, 10 oktober 1964
Verhalen (eerste druk, 1969):
‘Jeugdwerk. Des te verwonderlijker is het hoge niveau. Een prachtig voorbeeld is het verhaal ‘Moord met voorbedachten rade’. Het slotverhaal ‘Het banket’: een grandioos verhaal, dat in groteskheid benaderd wordt door ‘Het feestmaal bij gravin van Teuperen.’ - Kees Fens in de Volkskrant, 1969
‘Een van de grootste hedendaagse auteurs. Het zijn goeddeels werken van een nog vrij jong schrijver en ze zijn in één woord geniaal.’ – Hans Warren in de Provinciale Zeeuwse Courant, 1969
‘De bijna unieke situatie doet zich voor dat het verhaal ‘Moord met voorbedachten rade’, uit 1928, in dezelfde periode geschreven lijkt als de roman Kosmos, die van 1967 dateert. De lezer blijft doorlezen vanwege Gombrowicz’ genialiteit.’ - Ad Zuiderent in Trouw 1969
(tweede druk, 1989):
‘Er hoeft nooit twijfel aan te bestaan of een verhaal van Gombrowicz is: dat merk je ogenblikkelijk. De humor en grimmige absurditeit zijn al evenmin met die van anderen te vergelijken. ‘De verhalen’ is een boek dat men enigszins beduusd uitleest, beduusd door de wetenschap dat dit zestig jaar geleden werd geschreven en zo volkomen fris is gebleven.’ - T. van Deel in Trouw, 10 mei 1990
‘Een stijl waarvoor niets te dol is, van de meest krankzinnige grappen tot de meest clichématige plechtstatigheden. De vertaler heeft Gombrowicz in onze taal een schitterend eigen idioom geschonken, waarvan ik mij eerlijk gezegd maar moeilijk kan voorstellen dat het in het Pools nog overtroffen zou kunnen worden.’ - Arnold Heumakers in de Volkskrant, 24 november 1989
Ferdydurke:
‘In Ferdydurke wordt het aangeklede ontkleed, het belangrijke bespot, het schone ontmaskerd als lelijk, het hoge wordt laag, het heilige profaan, gezichten worden “kontjes”. Gombrowicz’ loflied op de puberteit is een van de meest vitale boenen die denkbaar zijn.’ – T. van Deel in Trouw, 16 mei 1981
‘Het slot van Ferdydurke is aangrijpend. De vormloosheid die Jozio de hele roman heeft gezocht als bevrijding uit de verstikkende vormen die hem beknellen, krijgt daar ruimtelijk gestalte in een wereldomvattende woestenij, een vormeloze chaos, die geen plaats biedt aan de mens.’ – Maarten van Buuren in Vrij Nederland, 23 mei 1981
Trans-Atlantisch:
‘Trans-Atlantisch is een meeslepende en provocerende roman, excessief van taal, grillig van handelingsverloop. Het is een klucht waarin een voorval plotseling kan escaleren.’ T. van Deel in Trouw, 6 augustus 1977
‘Waar gebeurd of niet, dit werk is evenals het andere werk van Gombrowicz niet om door te komen. Slechts mondjesmaat kan ik dit proza tot mij nemen, ik moet me er echt toe dwingen om het te lezen.’ - Maarten ‘t Hart in NRC/H, 7 oktober 1977
Pornografie:
‘In Pornografie weet Gombrowicz heel geraffineerd en uitermate knap uit de meest alledaagse situaties en gebeurtenissen een innerlijke smaak van verwording, iets pornografisch op te roepen.’ – Koos Geenen in de Volkskrant, 19 maart 1965
‘Volgens mij is de broeierige of zo men wil pornografische atmosfeer in Kosmos en Pornografie voor een groot deel te danken aan de latente homoseksualiteit in die boeken. In beide romans zijn de hoofdpersonen twee mannen die erotisch geobsedeerd zijn en op grond daarvan zich een doel stellen.’ - Jan Fontijn in Gombrowicziana, A’dam 1981
Kosmos:
‘Dit is een boek vol raadselen, en dat juist bepaalt er de hoge waarde van. De auteur noemt zijn boek “een roman over de vorming van de werkelijkheid”. Nooit eerder is zulk een experiment beproefd en het resultaat is verbluffend; een hoogtepunt in zijn uiterst belangwekkende oeuvre.’ – C.J. Kelk in De Groene Amsterdammer, 22 juni 1968
‘De inhoud van Kosmos navertellen zou niet alleen onmogelijk, maar ook onheus zijn. Wie durft moet het zelf maar uitzoeken. Durft, want ik vind Kosmos een uiterst beklemmend, beangstigend en pervers boek. Geschreven door een van de allergrootste auteurs van deze tijd. Geschreven door een uiterst eenzaam mens.’ – Johan Phaff in Avenue, september 1968