Uitspraken, grappen, suggesties en herinneringen van een onbekende leraar
Antonio Machado
Antonio Machado (1875-1939), na de overwinning van Franco in de Burgeroorlog tijdens zijn ballingschap in Frankrijk overleden, is een van de belangrijkste Spaanse auteurs uit de eerste helft van de twintigste eeuw.
Machado schreef ook filosofische fragmenten, die in de loop van zijn leven in verschillende kranten en tijdschriften verschenen. De weerslag daarvan in boekvorm vormt Juan de Mairena (1936), een merkwaardige tekst die eigenlijk aan alle genres ontsnapt. Vertaald in de belangrijkste Europese talen, wordt dit boek als een van de hoogtepunten uit de moderne Spaanse literatuur beschouwd.
Juan de Mairena is niet zomaar een aforismenbundel. Integendeel, het boek heeft sterk het karakter van een roman. De belangrijkste personages zijn Juan de Mairena, leraar in retorica en poëtica, en zijn leerlingen, die zich tegenover elkaar bevinden in een klaslokaal.
Het hoofdthema van Juan de Mairena wordt gevormd door de welsprekendheid. Andere thema’s zijn: filosofie, literatuur, toneel, kunst, religie, geschiedenis, politiek en cultuur. Een belangrijk streven van de leraar Mairena is namelijk om zijn leerlingen tot goed spreken aan te zetten, dat wil zeggen, tot een taalgebruik dat eenvoudig, natuurlijk, bondig, soepel en scherp is, zonder holle of bombastische retoriek. Deze ‘retorica van de eenvoud’ – die de frisheid en de ironie van de spreektaal als model neemt – wordt zowel door het personage als het boek Juan de Mairena in de praktijk gebracht: Daarbij gaat het er niet zozeer om om te overtuigen of te onderwijzen, maar om tot goed spreken en zelfstandig denken uit te dagen. Niet om een (vast) systeem te creëren, maar om (eindeloos) te ondervragen.
Oorspronkelijke titel: Juan de Mairena
Vertaald uit het Spaans door M. Vanderzee