Atze van Wieren
‘Ze reiken eindeloos ver boven mij uit,’ schreef Rilke over zijn Duineser Elegien, ‘het was een orkaan in de geest.’
Van Wieren vertaalde het werk in 2005, amper wetend waar hij aan begon, maar de pracht van de taal en de kracht van de metaforen grepen hem. Hier zong een dichter direct uit het hart, over een leven vol moeilijkheden tot aan de bevrijdende jubel: Hiersein ist herrlich.
Van Wieren belicht een aantal aspecten die hij in de overvloed aan werken over De elegieën niet tegenkomt, maar die volgens hem wel degelijk een rol spelen.
Bij deze verkenning wordt de lezer meegenomen op de zoektocht naar de zin van het bestaan, het is die vraag namelijk, die centraal staat in De elegieën.
Dit boekje wil geen handleiding maar handreiking zijn bij het lezen van dit magistrale werk en werpt licht op een onderbelicht gebleven facet van Rilkes fonkelende dichtersdiamant.
De Duineser Elegien van Rainer Maria Rilke gelden als één der belangrijkste meesterwerken van de Twintigste Eeuw. Atze van Wieren, wiens alom geprezen weergave, De elegieën van Duino, mijn stelling ondersteunt dat alleen een dichter poëzie kan vertalen, heeft er zich decennia lang intensief mee beziggehouden.
De zeer persoonlijke neerslag daarvan, het door hem bescheiden ’een handreiking’ genoemde Waar bleef God bij Rilke, maakt ons deelgenoot van zijn zoektocht door dit grandioze werk en verheldert veel wat bij eerste lezing duister scheen.
Jean Pierre Rawie
Atze van Wierens vertaling van De elegieën van Duino vindt u hier.