De nieuwe boeken voor dit najaar. Op alfabetische volgorde. Wel zo eerlijk.
Waar u zich op verheugen mag:
Van de hand van Arthur Edwards verschijnt De opera’s van Händel (Klankbeelden van de ziel). De componist Georg Friedrich Händel (1685-1759) was in al zijn vezels een man van het theater. Dit boek bespreekt zijn meer dan veertig opera’s, waarvan hij het merendeel in Londen heeft gecomponeerd. Het is geen musicologische verhandeling over opera’s, maar geeft een uniek inzicht in hoe de dramaticus Händel met zijn muziek meeslepende verhalen vertelt over mensen van vlees en bloed. Met een groot inlevingsvermogen toont hij in schitterende klankbeelden hun karakters en emoties. Dit in een vlotte stijl geschreven boek rekent af met veel misverstanden en vooroordelen over Händels opera’s. Naast zijn successen en tegenslagen wordt ook de artistieke ontwikkeling van Händel als operacomponist belicht. Zijn loopbaan wordt geplaatst binnen de maatschappelijke en politieke context van het toenmalige Engeland. En die blijkt in veel opzichten verrassend actueel.
Daarnaast verschijnt, ook in oktober, de roman Grondeloos van Eric Hermsen. Grondeloos probeert een beeld te schetsen van een tijd en het wezen daarvan te vangen. Het is het verhaal van Arthur Hogendoorn en zijn weg door het leven. Een verhaal over leegte, eenzaamheid en rusteloosheid. Over ontheemding, richtingloosheid en vluchtigheid. Een verhaal ook over dromen, wachten, leren, breken, vluchten, begrijpen, verliezen en berusten, maar vooral een verhaal over liefde en de angst ervoor. Omdat liefde, in een tijd zonder spiritueel kader, door niets meer lijkt te worden gedragen.
Na drie boeken van Simone Weil en een boek over Simone Weil verschijnt eind dit jaar Over arbeid. En het sociaal mechanisme in tijden van crisis. Over arbeid verzamelt de scherpzinnige inzichten van de Franse filosofe Simone Weil over arbeid en sociale rechtvaardigheid. Geschreven tijdens haar ervaringen in vakbonds- en fabriekswerk, belichten deze essays de strijd van de mens binnen een wereld gedomineerd door efficiëntie en snelheid. Haar reflecties vragen om een heroverweging van de relatie tussen arbeid, het sociaal mechanisme en de vrije wil.
Deze bundel nodigt uit tot reflectie op de morele en sociale uitdagingen van arbeid, en blijft relevant voor hedendaagse discussies over rechtvaardigheid en menselijkheid.
Van Simone Weil (1909-1943) verschenen eerder bij IJzer Verworteling, Waar strijden wij voor? en Over oorlog. Van de hand van vertaler Jan Mulock Houwer verscheen Simone Weil - Wat zij nalaat voor een seculiere wereld.
Symbool van tweedracht over Het Belgenmonument en het Belgisch-Nederlands conflict 1914-1938 van Hans Zijlstra staat in de planning voor mogelijk eind 2024. Het draait om de gespannen verhouding tussen Nederland en België tussen 1914 en 1938. Centraal staat het Belgenmonument: een monument gebouwd door Belgische militairen die tijdens de Eerste Wereldoorlog in Nederland verbleven. Het door Huib Hoste ontworpen bouwwerk zou uiteindelijk pas in 1938 onthuld worden. In de tussenliggende jaren hadden Nederland en België het met elkaar aan de stok over landbezit en toegang tot de haven van Antwerpen.
Onlangs verschenen bij IJzer:
In Verstoring van Thomas Bernhard vergezelt de verteller, een student mijnbouwkunde, zijn vader, plattelandsarts, op zijn ronde langs een reeks lichamelijk en geestelijk zieke patiënten in een afgelegen en ontoegankelijk deel van Oostenrijk Naarmate de tocht vordert wordt de weg smaller en duisterder en de geestelijke verstoring van de patiënten ernstiger. En dan toch zoveel leesplezier! Weerom in de ongeëvenaarde vertaling van Chris Bakker.
Het tweede boek van Marjorieke Glaudemans: Respons-ability (Hoe om te gaan met de complexe systemen die we nota bene zelf creëren? een conversation piece). Dit boek als atelier is een voorstel voor een experiment, een onderzoek naar hoe we radicale respons-ability kunnen nemen voor de complexe situaties waar we ons in bevinden. Het vormen en geven van respons begint bij waarnemen, bij waarnemen van wat je ‘voor waar neemt’, en is elk moment opnieuw een creatieve daad. Het activisme van deze tijd vraagt werk in het laboratorium van je eigen geest.
J. Heymans publiceerde onder meer monografieën over Armando, Cherry Duyns en J.J. Voskuil. Zijn meest recente monografie verscheen in 2019: Arabesk over Simeon ten Holt. Soms laat hij als dichter van zich horen, al dateert zijn vorige bundel alweer van twintig jaar geleden: Vlagvertoon (2001). Maar niet langer getreurd onlangs verscheen Alsnog. Hier een voorproefje. Lees hem! zei de recensent op Tzum. (En terecht.)
Van René van Nie (1939-2017), Nederlands cineast, scenarioschrijver en schrijver, verschijnt Kind van de zon Portret van een eigenzinnig filmmaker. Als cameraman maakte hij meer dan 4000 nieuwsonderwerpen over heel de wereld. Daarnaast schreef, produceerde en regisseerde hij vijf speelfilms, waarvan Kind van de zon zijn bekendste is. Zijn autobiografie leest als een jongensboek. Een enerverend leven in Nederland en op Aruba, als weeskind, als zwerfjongere, als journalist en schrijver (en als sigarenboer!), maar vooral als filmmaker wordt door Van Nie beschreven met humor en zelfspot.
Gerard Kessels zette zich, na zijn veelgeprezen vertalingen van Das Stunden-Buch (Het getijdenboek) en Neue Gedichte (Nieuwe gedichten), aan de vertaling van Das Buch der Bilder (Het boek der beelden). Lezers van Rilke in Nederland zijn waarschijnlijk zowel minder als meer bekend met Das Buch der Bilder dan ze veronderstellen. Het is Rilkes minst bekende grote werk en nooit integraal in het Nederlands vertaald. Maar het bevat een groot aantal van Rilkes mooiste en beroemdste gedichten: Herbst, Aus einer Kindheit, Herbsttag, Bangnis, Abend, Pont du Carrousel. Binnenkort verkrijgbaar!
Van Bart van Rosmalen verscheen Ontvankelijkheid (Contrapunt van de methode). We zijn de methode kwijt. Het idee van een maakbare wereld is verleden tijd. We hebben geen pasklare antwoorden meer. Hoe nu verder? Tegen die achtergrond zoekt van Rosmalen naar vormen van ontvankelijkheid via muziek, theater, verbeelding en persoonlijke verhalen. De vele rijke perspectieven op ontvankelijkheid zijn intrigerend en verrassend. Vol zelfspot fileert van Rosmalen zijn eigen aannames en verworvenheden.
Na de veelgeprezen roman Briljante man en de evenzo veelgeprezen dichtbundel Regen verscheen afgelopen april het nieuwste boek van Michael Tedja: Het diagonale instituut. De verteller, schrijver in residentie bij het diagonale instituut in Amsterdam, gaat op uitnodiging werken aan zijn kunstenaarsroman, waarin hij de geschiedenis van zijn artistiek creatieve familie onderzoekt. Hij put uit zijn leven als schrijver en kunstenaar, terwijl hij de functie van kunst, schrijven, geheugen, fantasie en waarheid onderzoekt.
En dan het vuistdikke (829 pagina’s!) Hij wist dat hij gelijk had van Anthony Trollope (Londen, 1815-1882) in de vertaling van Marijke Loots. Op één van zijn verre reizen wordt Louis Trevelyan verliefd op Emily, de dochter van de gouverneur van een fictieve Britse kolonie. Zij vestigen zich in Londen, waar een zoontje wordt geboren, maar al snel verschijnen er barstjes in hun jong geluk. Tegen de zin van haar man ontvangt Emily veelvuldig bezoek van kolonel Osborne, een charmeur maar ook een oude vriend van haar vader. Een boek vol menselijke hebbelijkheden zoals alleen Trollope ze met verfijnde spot kan beschrijven. Garantie voor uren leesplezier. Over De torens van Barchester schreef Pieter Steinz: “Een aanrader is de komedie Barchester Towers uit 1857, waarin een bisschopsvrouw verstrikt raakt in haar eigen machinaties.”
Het zal u zijn opgevallen: de democratie ligt onder vuur. Hier en elders. Tijd voor een biografische schets van Franciscus Lieftinck (1835-1917) een van de langst zittende parlementariërs: achtendertig jaar maakte hij deel uit van de Tweede Kamer. Hij stond bekend om zijn welbespraaktheid en ging confrontaties met de confessionelen en de socialist Troelstra niet uit de weg. Lieftinck onderhield nauwe banden met Prins Alexander, zoon van koning Willem III. Voorts maken we kennis met de schilder Hendrik Dirk Kruseman van Elten, met een prins Bonaparte, met Adam Zelle, de vader van Mata Hari, met de Perzische Sjah Nasreddin. De auteur, Caspar Visser ’t Hooft, is een afstammeling van Franciscus Lieftinck.
Philip Westbroek vertaalde Wagners Prozageschriften (9 delen) in het Nederlands en houdt zich al jaren bezig met zowel het muzikale als theoretische werk van Richard Wagner. Nu is van zijn hand De werkplaats van de meester (Richard Wagners ideeën over muziekdrama) verschenen. De opera’s van Richard Wagner zijn alom bekend, maar veel minder bekend zijn de ideeën die hieraan ten grondslag liggen. Dit boek biedt een handzame inleiding op de belangrijkste onderwerpen die Wagner zijn gehele leven hebben beziggehouden. In zijn veelzijdigheid is Wagner niet alleen een sleutelfiguur voor een beter begrip van de 19de eeuw, maar van de Europese cultuur als geheel. Een must voor iedereen die zijn of haar begrip en beleving van Wagners muziekdrama wil verdiepen.
‘Ze reiken eindeloos ver boven mij uit,’ schreef Rilke over zijn Duineser Elegien, ‘het was een orkaan in de geest.’ Van Wieren vertaalde het werk in 2005 (De elegieën van Duino), amper wetend waar hij aan begon, maar de pracht van de taal en de kracht van de metaforen grepen hem. Van Wieren belicht in Waar bleef God bij Rilke? een aantal aspecten die hij in de overvloed aan werken over De elegieën niet tegenkomt, maar die volgens hem wel degelijk een rol spelen. Dit boekje wil geen handleiding maar handreiking zijn bij het lezen van dit magistrale werk en werpt licht op een onderbelicht gebleven facet van Rilkes fonkelende dichtersdiamant.
Casanova van Stefan Zweig neemt de lezers mee op een fascinerende reis door het leven van Giacomo Casanova (1725-1798), van zijn vroege jaren in Venetië tot zijn avonturen in verschillende Europese landen. Hij beschrijft Casanova’s jeugd, zijn opleiding en zijn veelzijdige interesses, variërend van filosofie en wiskunde tot muziek en literatuur. Zweig werpt, natuurlijk, ook licht op Casanova’s bekendheid als verleider en zijn vele liefdesaffaires. Hij beschrijft Casanova’s vermogen om vrouwen te betoveren en zijn avontuurlijke escapades in de hogere kringen van de samenleving. Casanova is niet alleen een biografie, maar ook een cultureel portret van de 18e-eeuwse Europese samenleving.